Uw oren open onwetende massa, over de oorlog zing ik voor u een lied
En als u luistert met al uw vermogen, doe ik mijn best en verveel in u niet
En als u luistert met al uw vermogen, doe ik mijn best en verveel in u niet
We gingen met vijftien in de rij, nu zijn er nog maar veertien bij
Zeven spelen de krijgsmuziek, zeven maken ta-pim, ta-poem............
De soldaat die moet gaan slachten, kan in ’t slijk gaan overnachten
Met één schot van het kanon, bim-bam-bom, ’t is gedaan met ’t bataljon
Als ge sneuvelt zijd g’een lijk, altijd arm, nooit niet rijk
Van den oorlog eet ge geen brood, want die doet u alleen maar dood
Laat ons den oorlog samen verwensen, hij brengt ellende en waanzin in ’t land
Hij slachtte honderden, duizenden mensen, voor een stuk grond kleiner nog dan een hand
Donkere bajonetten, kanonnen, vernieling en wee
Om een lap grond te bezetten, ga Koning Hauzee
Ta-pim, ta-poem............
Een granaat die kan ontploffen, kan ontploffen aan uw zij
En dan ligt ge te creperen, stillekes aan een dag of drie
In de loopgraaf moet ge kruipen, ‘lijk een spin die gaat verzuipen
’t Leven is hard gelijk een steen, als ge sterft, zijd g’alleen
Loopgraven, grachten vol vervloeking, hoeveel van ons zijn daar in gecrepeerd
Laat het nu uit zijn met deze bezoeking, zwijg me van oorlog en velden van eer
Oh, vlakte van de IJzer, doordrenkt met soldatenbloed
Daar kon dien Koning nog klauwen met leeuwenmoed.
En als u luistert met al uw vermogen, doe ik mijn best en verveel in u niet
En als u luistert met al uw vermogen, doe ik mijn best en verveel in u niet
We gingen met vijftien in de rij, nu zijn er nog maar veertien bij
Zeven spelen de krijgsmuziek, zeven maken ta-pim, ta-poem............
De soldaat die moet gaan slachten, kan in ’t slijk gaan overnachten
Met één schot van het kanon, bim-bam-bom, ’t is gedaan met ’t bataljon
Als ge sneuvelt zijd g’een lijk, altijd arm, nooit niet rijk
Van den oorlog eet ge geen brood, want die doet u alleen maar dood
Laat ons den oorlog samen verwensen, hij brengt ellende en waanzin in ’t land
Hij slachtte honderden, duizenden mensen, voor een stuk grond kleiner nog dan een hand
Donkere bajonetten, kanonnen, vernieling en wee
Om een lap grond te bezetten, ga Koning Hauzee
Ta-pim, ta-poem............
Een granaat die kan ontploffen, kan ontploffen aan uw zij
En dan ligt ge te creperen, stillekes aan een dag of drie
In de loopgraaf moet ge kruipen, ‘lijk een spin die gaat verzuipen
’t Leven is hard gelijk een steen, als ge sterft, zijd g’alleen
Loopgraven, grachten vol vervloeking, hoeveel van ons zijn daar in gecrepeerd
Laat het nu uit zijn met deze bezoeking, zwijg me van oorlog en velden van eer
Oh, vlakte van de IJzer, doordrenkt met soldatenbloed
Daar kon dien Koning nog klauwen met leeuwenmoed.
Contributed by Riccardo Venturi - 2007/3/26 - 00:39
×
Note for non-Italian users: Sorry, though the interface of this website is translated into English, most commentaries and biographies are in Italian and/or in other languages like French, German, Spanish, Russian etc.
Si tratta probabilmente di una canzone popolare oppure di autore a noi sinora sconosciuto; facendo parte del repertorio del Sjeu Straat-Zang-Theater la riportiamo a suo nome. In attesa della traduzione, diciamo che il suo titolo significa "Canzone della guerra".