Hans Sanders

Canzoni contro la guerra di Hans Sanders
MusicBrainzMusicBrainz DiscogsDiscogs

Hans SandersHans Sanders è un cantautore e musicista olandese nato a Eindhoven nel 1947. Riportiamo qui di seguito la sua biografia completa in lingua neerlandese, da: http://home.iae.nl/users/vdmark/ehvsemuz/hsanders.htm

*

Hans Sanders, geboren op .... 1947 in de ... straat in Eindhoven, groeit op in een muzikaal gezin. Zijn moeder zingt in het zangkoor van de Vereniging van Nederlandse Huisvrouwen, zijn vader Huug Sanders is klassiek geschoold violist en pianist. Broer Hugo speelt viool, de zussen Carla en Agnes piano. Ook Hans begint zijn muzikale loopbaan achter de zwarte en witte toetsen. Hij volgt ook solfège-lessen, maar de traditionele aanpak staat hem al gauw tegen. Wel blinkt hij op de lagere school uit in het bespelen van de mondharmonica, waarmee hij de aandacht van vooral de meisjes op zich weet te vestigen.
Voor Sinterklaas krijgt Hans een gitaar, waarop hij zichzelf leert spelen. Liedjes van Buddy Holly, Elvis, Cliff en Fats Domino. Van de Shadows leert hij hoe hij een solo moet spelen. De muziek werkt voor hem bevrijdend. Hij speelt bij kampvuren op het strand en op feestjes. Een dixieland-orkest nodigt hem uit voor de zondagochtenlijke repetities in een garage, maar dan moet hij wel banjo leren spelen.
Met zijn schoolvriend Jeroen Ophoff luistert hij veel naar oude, maar vooral moderne jazz. Jeroen slaat op alles wat voor handen is om zich de swing van Oscar Peterson en Gene Kruppa eigen te maken. Hans probeert de akkoorden onder de knie te krijgen.
Zijn eerste optreden is voor een Mierlose carnavalsvereniging, waar hij voor vier avonden wordt gecontracteerd. Het zal bij één avond blijven, want het publiek is niet bepaald weg van zijn half ingestudeerde repertoire. Maar de eerste veertig gulden is verdiend.
Hans Sanders zit twee jaar op het gymnasium en stapt dan over naar de HBS. Met Jeroen Ophoff doet hij mee aan de jaarlijkse schoolrevue en leeft zich uit in zang, gitaarspel en toneelspelen. De school kan hem maar matig boeien, meer belangstelling heeft hij voor muziek en voor de politiek. Hij leest PSP-manuscripten en het Kommunisies Manifest. Na het eindexamen gaat hij naar de Sociale Academie. In de vrije tijd speelt hij in allerlei groepjes en gelegenheidssessies, waar de muzikanten elkaar overtroeven met nieuw gevonden akkoorden en vingersnelheid.
In februari 1965 komt de dan 18-jarige Sanders via een vriendin in contact met Peter Koelewijn, die vijf jaar daarvoor geschiedenis heeft geschreven met 'Kom van dat dak af'. Koelewijn zoekt een vervanger voor pianist Harry van Hoof, iemand die zowel piano als gitaar kan spelen. Sanders wordt een van de Rockets en treedt gemiddeld twee keer per week op. Later komt ook Jeroen Ophoff bij de groep, die dan tijdelijk verdergaat onder de naam 4PK, voornamelijk vanwege de buitenlandse afzetmarkt. De singles die de groep maakt, floppen echter alle, vandaar dat het nu collector's itmes zijn waar grof geld voor neergeteld wordt.
Na een conflict met de directeur houdt Sanders zijn studie voor gezien. Hij moet in dienst maar wordt na vier maanden afgekeurd op S5. Daarna gaat hij opnieuw studeren, politicologie dit keer, maar nu in Amsterdam, waar hij betrokken raakt bij de Provo-beweging. Zijn studie bekostigt hij met zijn muzikantenleven bij Peter en zijn Rockets, waar hij op twee avonden evenveel verdient als een arbeider in een hele week.
Maar het repertoire en de "kommersjele" manier van doen van Koelewijn komt hem na verloop van tijd de strot uit. Nog voordat hij zijn baan bij de Rockets opzegt, speelt hij al in een andere groep, Dirty Underwear, opnieuw samen met onder meer Jeroen Ophoff. Sanders wil met zijn muziek méér dan alleen maar mensen vermaken en met Dirty Underwear ziet hij daartoe kans. Zijn studie in Amsterdam heeft hij inmiddels afgebroken en hij woont weer in Eindhoven. Dirty Underwear wordt in korte tijd een legendarische naam in het uitgaanslevens, dat zich dan afspeelt in De Poort van Kleef, de Volksbond, De Wasscherij.
De groep experimenteert met allerlei vormen van muziek maken en knoopt nauwe contacten aan met alternatieve groepen als het New Electric Chamber Music Ensemble, New Jazz Symphonic en gaat op in een samenwerkingsverband dat de verdragende naam Free Community of Peace and Pleasure of the Global City draagt. Het is 1968, alles is mogelijk.
In die tijd trouwt Hans Sanders met Liesbeth, komt er een zoon en dient er geld binnen te komen. Hoewel Dirty, zoals de groep op verzoek van Philips genoemd wordt als er een single uitgebracht wordt, een geduchte reputatie heeft en regelmatig optreedt, blijft het geld een probleem. Sanders verdient wat bij met schilderwerk, hem bevalt het gezinsleven wel en het eindeloos repeteren steeds minder. Een conflict met saxofonist Bertus Borgers betekent het einde van Dirty.
Met een aantal nieuwe muzikanten richt Hans Sanders dan de Zuidnederlandse Fanfare op, die in de stijl van de tijd lange, symfonische stukken brengt, waarin Sanders het muzikaal opneemt tegen het orgel van Henny [...].
Sanders gaat opnieuw naar de Sociale Academie en studeert dan eindelijk daadwerkelijk af. In de tussentijd knoopt hij contacten aan met de links-radicale toneelgroep Proloog, die muzikanten zoekt voor een kindermusical. De musical zou aanvankelijk geschreven worden door Lennaert en Astrid Nijgh, maar als die afhaken, besluit Sanders het schrijven van de Nederlandstalige liedjes voor zijn rekening te nemen. Sanders kan echter maar een paar keer zelf meespelen in de maatschappij-kritische musical, omdat hij inmiddels een baan heeft als vormingsleider.
De Zuidnederlandse Fanfare wordt in die tijd geteisterd door het noodlot. De repetitieruimte brandt af, de Transit slaat over de kop, van een andere auto loopt de motor vast en Sanders' wens om te experimenteren met Nederlandstalig repertoire valt niet bij alle medemusici in goede aarde. Met Sjors van de Molengraft en Bonkie Bongaerts gaat Sanders na het uiteenvallen van de Fanfare aan het werk met uitsluitend Nederlandstalig repertoire. Hij weet zijn oude baas Koelewijn, die inmiddels producer is bij Phonogram, te interesseren voor de groep en in 1975 komt de eerste lp van Bots op de markt.
De maatschappij-kritische, maar ook humoristische pop van Bots valt in de smaak bij het Nederlandse publiek. Maar het grote succes komt als Bots de oostgrens overtrekt, waar de groep bij de Duitse jeugd enorm populair wordt en lp's bij honderdduizenden verkocht worden.
Halverwege de jaren tachtig is Bots moe van het vele toeren en heeft de groep een lange adempauze nodig. Met het in Duitsland verdiende geld koopt Sanders het Klein Café op het Eindhovense Wilhelminaplein en doopt dit om tot Kaffee de Groot.
Bots treedt nog een aantal malen op, onder meer op de befaamde Wilhelminaplein-feesten en in 1990 wordt ook nog de CD Paradijs uitgebracht. Maar Hans Sanders voornaamste bezigheden spelen zich voortaan achter het buffet af.